Bij Jeroen Kuster ontspruit Alles direct vanuit zijn fantasie gecombineerd met zijn anatomische kennis. In zijn hoofd ontstaat een verhaal waarbij hij zich afvraagt hoe zijn beesten zich voortbewegen, hoe ze zich voortplanten, hoe ze samen spelen.

Deze vragen vormen het vertrekpunt voor zijn werk. Het gaat hem in zijn beelden om beweging, om het kijken. Kuster laat ons schijnbaar eenvoudige vissen of andere diersoorten zien in alle soorten en maten, van stekelig tot glad, van dik tot dun. Ze doen ons denken aan de traditie van de natuurhistorische musea. Ook daar komen wij dieren tegen die wij niet – meer – kennen.

Het verschil zit hem daar in, dat de dieren van Kuster nooit echt hebben bestaan.

Het gereedschap dat Kuster inzet om zijn beelden te maken, is meestal niet zo natuurvriendelijk. Vaak gebruikt hij alledaags materiaal, zoals bijvoorbeeld plastic lepeltjes of ander anorganisch materiaal dat bij de bouwmarkt of de intratuin vandaan komt. Bijzonder is te ontdekken, dat bijvoorbeeld door het versmelten van het plastic, Kuster in staat is om ordinaire witte plastic lepeltjes te transformeren tot levende wezens. Hij noemt dat zelf: “Koken met materiaal is kunst maken”. Hierin experimenteert hij met materialen en bouwt aan zijn eigen denkbeeldige taxonomie: Evilution?

Jeroen Kuster, Didam. Kunstenaar.