…Ik droomde dat ik droomde

Nu kan ik het ook

als een kolibrie vliegend stilstaan in ruimte en tijd.

In mijn vroege jeugd zag ik er eentje in Artis in Amsterdam,

de kleinste vogel ter wereld

nam zijn nectar en bezong zijn vrijheid.

Zijn bloem was het nectar van het leven dat ik nog niet kende.

Jonathan liet de kolibrie als tatoeage op zijn bovenarm maken

om herkend te worden

als de vogel die hij zelf was.

Hij weet niet dat ik hem ken,

Jonathan is de zoon van Nathalie.

Hij vloog weg naar Canada,

het land van zijn geliefde Indianenparadijs met veren

en stenen als symbool voor zijn gezochte levenswijsheid.

Maar waar is die Indiaan?

Vanonder zijn ravenzwarte lange haar

keek hij me aan

en vroeg me naar wie ik ben?

Misschien wel was ik die gitarist Jonathan.

Nathalie zoekt haar uitweg naar het verdriet

om de ongelukkige dood van haar zoon te verwerken.

Ik kan niet meer doen dan haar pijn te verzachten

door dit op te schrijven,

want ik weet niets.

Tot vanmiddag

opeens,

ik zit deze warme zomermiddag in de tuin

en zie hem komen aanvliegen.

De kolibrievlinder hangt boven mijn schouder

en ik geniet van zijn fluisterende stilte.

Op hetzelfde moment dacht Nathalie aan haar zoon,

Jonathan zocht haar nectar.

Hij kijkt me aan op ooghoogte

met zijn verre blik uit Canada

en vliegt door stil te zijn.

Als een helikopter omhoog en omlaag,

zelfs achteruit.

Er is maar één manier,

die van Jonathan

wanneer hij op zijn gitaar

het requiem speelt

van zijn verloren heden.

In afscheid legt de vlinder met zijn lange snavel een vogelveer voor mijn voeten

om te geven aan zijn moeder die niet meer wenen mag

opdat haar verdriet om zijn dood voorbij zal zijn.

Uit Jonathan's gitaar klinken nu de nieuwe klanken van Mike:

… Sad Eyed Lady of the Lowlands.

 

 

Jan Ruward